Hannie van Rijsingen, als seksuoloog verbonden aan het NCVS, reageert op het nieuws over een toename van cyberseksconsumptie nu veel mensen thuis zitten als gevolg van het coronavirus.

Als seksuoloog verbaast het me niets dat meer tijd beschikbaar hebben, ook meer seksuele activiteit betekent zoals nu.nl berichtte. Het verbaast me evenmin dat de site Pornhub zoveel meer bezoekers trekt in deze moeilijke tijden en ook niet dat dit tijdens werktijd gebeurt. Dat is echter niet nieuw.

Ook zonder coronavirus wordt wereldwijd de meeste cyberseks bedreven tussen 9:00 en 17:00 uur. En…’s avonds laat. Het ‘uurtje voor zichzelf’ wordt door velen ingevuld met rondstruinen op sekssites en aan ‘je gerief komen’. In vaktermen heet dat instrumentele seks. Je doet slechts die dingen die je geil maken en vervolgens datgene om daar weer van af te komen. Verder geen geneuzel.

Cyberseks verbindt niet

Als ik dan hoor en zie over alle mooie initiatieven die er nu ontstaan naar aanleiding van het coronavirus, dan kan ik alleen maar vaststellen dat de hoeveelheid tijd die nog meer wordt doorgebracht op de sekssites absoluut niet bijdraagt aan verbinding tussen mensen. Cyberseks is gericht op opwinding en klaarkomen, het hart is er niet of nauwelijks bij betrokken. De ander wordt tot object gemaakt. Het object dat jou opgeilt en lichamelijke bevrediging geeft. Zo niet, klik je gewoon door tot je een ander object vindt dat wel doet wat in jouw straatje past.

Maar er kleeft nog een nadeel aan het veelvuldig bedrijven van cyberseks. Langzamerhand wordt erkend dat cyberseks dusdanige sterke stimuli afgeeft dat het brein oververzadigd raakt en niet meer kan opnemen. Het stompt als het ware af, waardoor sterkere, andere stimuli nodig zijn om hetzelfde opwindingsniveau te behalen. In deze coronatijd wordt het netwerk in het brein, al aangelegd door pornoconsumptie in het verleden – door de extra consumptie verbreed. (In Nederland keek in 2019 72% van de mannen en 28% van de vrouwen naar Pornhub). Dit netwerk in het brein versterkt de isolatie, de eenzaamheid in plaats van dat het mensen emotioneel verbindt, want daar is een ander netwerk voor nodig.

Gedragsverandering door coronavirus?

Ondanks dat dit allemaal waar is, moeten we misschien toch blij zijn met deze toename van de cyberseksconsumptie. Misschien ontstaat er nu het besef dat het niet de liefde en waardering geeft waar men naar op zoek is. Dat men probeert iets moois te vinden op een manier die eigenlijk niet werkt. Tot die conclusie komen velen van onze cliënten. Door het volgen van ons herstelprogramma is dit besef doorgedrongen en gedrag ontwikkeld waardoor – over het algemeen – een verbeterde verstandhouding met partner, kinderen, andere familieleden en vrienden wordt gemeld. Anders gezegd: het leven is leuker, bevredigender en minder zwaar.

Als het coronavirus deze bewustzijnsmove zou kunnen bewerkstelligen dan word ik heel blij. Wij zullen iedereen die deze move wil maken met open armen ontvangen en bijstaan om hun (seksuele) leven een mooie, vervullende wending te geven.

Hannie van Rijsingen is als seksuoloog verbonden aan het NCVS.

Zie het artikel op nu.nl